Column

Waarom Joris Luyendijk zich belachelijk maakt als voetbalwijsneus

01-07-2014 20:33

Vroeger, we spreken over een jaar of twintig geleden, was voetbal een sport voor proleten, geëngageerde gymleraren en een paar voetbalverliefde columnisten die stukjes tiepten op sportpagina’s. Dat was de tijd dat voetbal nog een terra incognita was voor intellectuelen. De hele en halve geletterde wereld keek wel eens een wedstrijdje, maar keek – op Nico Scheepmaker na misschien- vooral neer op dat spelletje waarbij 22 mannen over een veld huppelen en dommig achter een bal aanrennen.

Hoe anders is dat nu. Sinds een week is voetbal inzet van een mondiaal debat tussen progressieve en conservatieve geesten. De reactionaire columniste Ann Coulter choqueerde verlicht Amerika deze week met haar aanval op de edele trapsport.

Latijnse immigranten

In haar kenmerkende provocerende stijl, die steevast gepaard gaat met creatieve overstatements. hilarische historische vergelijkingen en persoonlijke afrekeningen, stelde het blonde houwdegen met haar travestiete voorkomen vast dat voetbal een on-Amerikaanse sport is omdat het: 1) collectivistisch is 2) van Europees komaf is 3) en een balspel dat wordt geïmporteerd door Latijns Amerikaanse immigranten.

Fout dus!

Coulter overdrijft altijd schromelijk, maar (en dat maakt haar zo’n interessant figuur) heeft altijd een minuscuul punt dat je aan het denken zet.

Oranjefans uit Venice Beach

In al haar hysterie heeft ze domweg gelijk met de constatering dat voetbal in Amerika in steeds grotere getale wordt omarmd door de culture elite, jongeren en progressieve types, zoals ook columnist Peter Beinart vaststelt in een tegenstuk op The Atlantic. Coulter’s angst is volkomen terecht, zegt de columnist met enig genoegen.

Anekdotische bewijs is er te over. Een Amerikaanse Facebookvriendin uit Venice Beach, stijf Democratisch natuurlijk, steunt Oranje en stuurt foto’s door van Oranje uitgedoste kinderen. Rockchick Rihanna liet in een tweet al eerder weten dat ze fan is van het Nederlands elftal.

Voetbal is een symbool van de tegencultuur. The New York Times besteedt tegenwoordig meer aandacht aan de Braziliaanse zweefduik van Robben dan aan de moordaanslagen in Nigeria.

Vergezocht? Helemaal niet. Voetbal is al decennia het speeltje van progressieve hipsters in de Verenigde Staten.

Grateful dead

De fans van New York Cosmos zijn vergrijsde intellectuelen die over de tijd dat Cruijff, Beckenbauer en Péle in Amerika praten als over een vergeten concert van The Grateful Dead. Trainer bij de New Yorkse club is de Franse anti-kapitalist Eric Cantona.

Bij een bezoek aan Village Voice, een progressief tijdschrift in New York, trof ik in 1992 al eens een bebaarde essayist die een bidprentje van het geblondeerde hoofd van Barcelona-ster Ronald Koeman op zijn bureau had staan.

Toen was het cool om een spel te omarmen dat soms in een bloedeloze nul nul eindigde. Je was lekker anders met je zonderlinge voorliefde voor eurotrash. Zeker toen.

Soccer was perceived by both native-born Americans and immigrants as a non-American activity at a time in American history when nativism and nationalism emerged to create a distinctly American self-image … if one liked soccer, one was viewed as at least resisting—if not outright rejecting—integration into America“, schrijven Andrei Markovits and Steven Hellerman in hun boek Offside: Soccer and American Exceptionalism.

Maar het soccer-fanship is mainstream geworden en een claim to intellectual fame.

Heilzame mentaliteitsverandering

Beinart meent dat de omarming van voetbal zorgt voor een heilzame mentaliteitsverandering in Amerika. “Embracing soccer, by contrast, means embracing America’s role as merely one nation among many, without special privileges. It’s no coincidence that young Americans, in addition to liking soccer, also like the United Nations. In 2013, Pew found that Americans under 30 were 24 points more favorable to the U.N. than Americans over 50. According to a 2011 Pew poll, Millennials were also 23 points more likely than the elderly to say America should take its allies’ opinion into account even if means compromising our desires.

En zo is voetbal helaas inzet geworden van een politieke richtingenstrijd. En, zoals zo vaak bereikt deze discussie ook de lage landen. Joris Luyendijk, het prototype van de halfingevoerde Hollandse wijsneus, noemt Coulter in een tweet zelfs ’kwaadaardig dom’. Tja, zo kan het ook. Je weet nergens van, maar beschuldigt iemand voor de zekerheid eerst maar even van domheid én slechtheid om jezelf te verheffen.

Vier jaar geleden vond schrijver Auke Kok het nodig om Bert van Marwijk te vergelijken met Geert Wilders, omdat hij Oranje verdedigend liet spelen. Hij schreef toen letterlijk in NRC: “Luttele weken na de verkiezingsoverwinning van Geert Wilders legt Oranje een spel op de mat dat mijlenver afstaat van de progressieve bravoure waarmee hele generaties zijn opgegroeid. Met dit alles schijnt hardhandig te moeten worden afgerekend. Turf het woord discipline bij de bondscoach. Zie de afkeer van Europa, de roep om tucht. Luister naar Wilders. Voel de neiging om ons naar binnen te keren, de gordijnen te sluiten voor die grote enge buitenwereld. Rinus Michels is old school, welkom Bert van Marwijk.”

Betweters

Mag dit stupide gejammer stoppen? Voetbal is een fantastisch spel waar je uren zinloos over kunt ouwehoeren. Maar het heeft geen diepere maatschappelijke betekenis, laat staan morele meerwaarde.

Het is entertainment, het is leuk om te doen, het is misschien zelfs wel gezond, maar zoek er niets achter. Hopelijk wint België van Amerika, opdat we niet meer lastig worden gevallen met meninkjes van figuren die zelf nooit een bal hebben getrapt, laat staan zich hebben verdiept in deze sport.

Oh ja. Als de Rode Duivels later van Nederland winnen heeft dat niks te maken met de onafhankelijkheidsstrijd van 1830.

Dan zijn de Belgen niet kwaadaardig of dom, dan zijn ze domweg beter.